9 SEPTEMBER 2019 - Arrest van het Hof van Cassatie

14 oktober 2019

In een arrest van 9 september 2019 bevestigt het Hof van Cassatie haar rechtspraak met betrekking tot artikel 3, lid 3 van de Handelshuurwet:

“De door artikel 3, derde lid, Handelshuurwet bepaalde voorziene mogelijkheid tot vroegtijdige beëindiging van de huur door de huurder bij het einde van elke driejarige periode, is een dwingende wetsbepaling, die tot bijkomende bescherming strekt van de huurder en waarvan partijen niet mogen afwijken door een andersluidend beding.

Het beding dat voorziet in het verlies van een contractueel bedongen voordeel voor het geval de huurder van deze mogelijkheid tot vroegtijdige beëindiging gebruik maakt, houdt dergelijke verboden afwijking in en is derhalve nietig.”

Het Hof van Cassatie bevestigt aldus haar rechtspraak dat stelt dat geen enkele drempel mag worden opgeworpen of geen enkele sanctie mag worden gekoppeld aan het gebruik van de mogelijkheid voorzien bij artikel 3, lid 3 HHW.  

Klik hier om het arrest van het Hof van Cassatie te lezen